Spelersprofielen
Keeper
- Reactie op een doelpoging = eerst de bal pakken zonder te vallen, daarna vallen en in een laatste fase zweven, klemvast of afweren naar de zijkant
- Reactie op een beweging = zo snel mogelijk druk zetten tot op 2m, rechtop blijven en de aanvaller doen vertragen en afweren naar de zijkant en slechts bij 100% zekerheid de bal met de handen nemen
- Actie op een dieptepass = zich zo ver mogelijk van het doelopstellen richting de insnijdende speler, anticiperen op de pass en intercepteren binnen het actiegebied (met de handen of met de voeten / grote rechthoek)
- Actie bij een voorzet = anticiperen op het ogenblik dat de bal wordt getrapt, klemvast pakken of afweren binnen het actiegebied en dit op het hoogste punt van de balbaan en voor de inlopende speler
- Communicatie: hij beschikt over het vermogen gericht te kunnen coachen, bijgevolg kan hij zeer goed de basics maar ook de teamtactics van de verdedigers kennen.
- Hij heeft het potentieel kunnen meevoetballen en zich aanspeelbaar opstellen in balbezit:
- juiste keuze maken van passing (kort, halflang of lang)
- juiste keuze maken (rustige opbouw of snelle omschakeling)
- nauwkeurig kort opbouwen naar de juiste speler toe (korte opbouw)
- zo ver mogelijk gericht uittrappen (lange opbouw)
- zo snel mogelijk de tegenaanval opzetten naar de juiste speler
- zich aanspeelbaar opstellen (terugspeelbal)
Flankverdediger (FV)
- De juiste keuze maken aangaande passing (kort, halflang of lang)
- Onderlinge dekking geven en beschikken over een goed positiespel (onderlinge afstanden)
- Beschikken over een grote duelkracht in 1<1, voornamelijk over de grond
- Beschikken over een goede tackle (bij 100% zekerheid)
- Steeds een goede omschakeling kunnen maken van B+ naar B- en omgekeerd
- Beschikken over een groot loopvermogen (Volume en VSV)
- Beschikken over diepgang in zijn spel = overlappen (bij tijd en ruimte)
- Beschikken over een goede crossbal
- Een goede voorzet kunnen trappen
- Beschikken over een goede dribbel
Centrale verdediger (CV)
- Hij maakt de juiste keuzes aangaande passing (kort, halflang of lang) met zekerheid
- Hij beschikt over een goede halflange – en lange passing
- Hij kan de juiste speler aanspelen
- Hij heeft infiltratievermogen ( juiste moment en tot waar juist)
- Hij verzorgt de onderlinge dekking en beschikt over een goed positiespel (onderlinge afstanden)
- Hij beschikt over een grote duelkracht in 1<1
- Hij is kopbalsterk (verdedigend, bij voorkeur ook aanvallend: HS+ en SSF+)
- Hij beschikt over startsnelheid en wendbaarheid
- Hij communiceert (onderlinge afstanden en ook linies en de organisatie van de restverdediging)
Verdedigende middenvelder (VM)
- Hij maakt de juiste keuze van passing (kort of halflang)
- Hij speelt juist in naar de juiste speler.
- Hij beschikt over vista (= het spel kunnen lezen)
- Hij moet beschikken over een hoge – en correcte handelingssnelheid
- Hij is balvast
- Hij denkt continue defensief, hij is de denker en tevens de eerste organisator van de restverdediging
- Hij is de COACH van de ploeg: hij bepaalt het moment om druk te gaan zetten
- Hij beschikt over een groot loopvermogen (Volume)
Aanvallender middenvelder (MV)
- Hij beschikt over een goed positiespel (tussen de lijnen kunnen lopen om aanspeelbaar te zijn)
- Hij heeft vista (spelinzicht)
- Hij beschikt over een goede eindpass (subtiele eindpass)
- Hij durft trappen op doel (zo snel mogelijk afwerken)
- Hij maakt een goede en juiste infiltratie kunnen maken richting de waarheidszone (= doelgericht zijn)
- Hij beschikt over een goede en snelle handelingssnelheid
- Hij is balvast
- Hij beschikt over een goede kaats
- Hij beschikt over een groot loopvermogen, ook willen meeverdedigen in B-
Flankaanvaller (FA)
- Hij beschikt over snelheid en explosiviteit (HKS en VSV)
- Hij is wendbaar
- Hij heeft over een groot loopvermogen (knijpen bij balverlies, opnieuw in het blok komen voor negatieve press)
- Hij maakt de juiste keuze (dribbel, pass of trap op doel)
- Hij is sterk in 1<1 in B+ (dribbelvaardig)
- Hij kan een goede voorzet trappen
- Hij kan goed infiltreren richting de waarheidszone
- Hij is aanspeelbaar en diepgang hebben in zijn spel (insnijden in rug van tegenstander)
- Hij beschikt over een goede trap op doel en dit ook durven
Aanvaller (AV)
Hier kan men een onderscheid maken in twee verschillende soorten aanvallers:
- Belast – Target (TS):
- Hij is kopbalsterk
- Hij beschikt over een grote duelkracht met de verdedigers (CV)
- Hij is goed zijn met zijn rug richting doel van de tegenstander
- Hij is balvast
- Hij beschikt over een goede kaats
- Hij is doelgericht en beschikken over scorend vermogen
- Ruimte – Counter (CS):
- Hij is snel, explosief en wendbaar (HKS en VSV)
- Hij beschikt over een goede dribbel
- Hij loopt gepast in de vrije ruimtes lopen (infiltraties)
- Er zit diepgang in zijn spel
- Hij is doelgericht beschikt over scorend vermogen